‘We moeten leren samenleven als broeders, of samen ten onder gaan als dwazen.’
Martin Luther King
Lieve lezer,
De wereld draait hard. We beleven heftige tijden. Het midden is verdwenen. Polarisering alom. Standpunten staan meer en meer haaks tegenover elkaar. Er is de verrechtsing wereldwijd. Waar twee jaar geleden de verkiezing van Trump ons de adem benam, is dit stilaan ‘het normale’ aan het worden: het streven om de eigen identiteit en wat we verworven hebben veilig te stellen. Tegelijk is er een tegenbeweging. Die is minder aan de macht maar ze leeft bij velen: de roep naar een solidaire manier van leven. De klimaatmars van 2 december, een hoogdag van verbinding, van voelen en weten dat het zo niet verder kan. Dat we soberder moeten gaan leven opdat de aarde een leefbare plek zou blijven.
En dan is er de hele beweging rond de gele hesjes. Waar plaatsen we die? Is het geen teken dat niet iedereen kan delen in de opgebouwde Westerse welstand? Dat de menselijkheid van velen op het spel staat: als je niet de middelen, de koopkracht hebt om te delen in de alomgeprezen consumptiemaatschappij, wie ben je dan nog? Waar sta je dan? Heb je dan nog wel een plek in de samenleving?
En dan is er nog de migratiegolf. Op het moment dat ik dit schrijf is de regering uiteen gevallen. Verdeeldheid over de aanpak schudt aan de gevestigde machten.
Het zijn moeilijke thema’s. Ze roepen veel vragen op. Rechtlijnige antwoorden zijn er niet. Het is heel complex. Wie kan de situatie nog bevatten? We worden rond de oren geslagen met tegengestelde standpunten.
Als iets te complex wordt, dan haken veel mensen af. Ze zoeken heil in populistische leiders met een sloganeske taal. En velen die het zich kunnen veroorloven vluchten in consumptie en ver-maak. In een wereld met zo weinig perspectief kan je daar tenminste van genieten.
Maar vele mensen die niet die mogelijkheid hebben of die zelfs het minimum ontberen om menswaardig te leven, stapelen frustratie en ongenoegen op. En ook die moet eruit komen. Dat zal niet kunnen worden tegengehouden.
Er zijn gelukkig nog steeds mensen die dieper willen kijken en geloven dat crisissen uitdagingen zijn. Die geloven dat een uitweg mogelijk is. Maar opdat er een heilzame maatschappelijke transformatie zou kunnen gebeuren, zal veel ten gronde moeten veranderen. Een oplossing zal niet vrijblijvend zijn. Ze zal in ons vel snijden. Een te grote ongelijkheid wreekt zich. Zolang er zoveel onrecht-vaardigheid is, kan er geen maatschappelijke heling komen.
Hoe lang nog vinden we het normaal dat, op wereldschaal bekeken, maar ook dichtbij, een klein deel van de bevolking het goed heeft en een ander deel nauwelijks kan leven?
Het blijft mij verbazen dat voor zoveel mensen de wereld hun dorp is, dat ze reizen naar alle continenten om zich te vermaken, te genieten van de vreemde cultuur en van al het moois dat de na-tuur daar te bieden heeft, maar dat ze tegelijk kritiek hebben op mensen die naar ons komen vanuit hun verlangen om in hun basisbehoeften te voorzien. Het is toch normaal dat je oorlogssituaties en uithongering ontvlucht op zoek naar veilige oorden en een minimum aan zorg.
Waarmee ik niet wil zeggen dat de migratie niet geregeld moet worden en in goede banen geleid, maar laten we op zijn minst het recht van iedere mens op een menswaardig bestaan als leidraad nemen.
En als we grenzen stellen aan de migratiegolven, is het dan niet even noodzakelijk om grenzen te stellen aan ons eigen gedrag? Want is het bv. normaal om met de regelmaat van de klok een vliegtuig te nemen voor een citytrip?
Een fundamentele omwenteling zal nodig zijn. Een waarbij we bevrijd worden van de dwang van het consumentisme. En waar we terug naar de wortels van het bestaan gaan, waarvan liefde aan de basis ligt.
In dit verband heb ik een oude liefde teruggevonden. In 1979, ik was toen 26 jaar, kreeg ik op het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen, les over geweldloze communicatie. Pat Patfoort, een van de grondleggers van deze manier van communiceren in België, kwam er met veel vuur over vertellen. Dat vuur wakkerde mij aan. Hoe heerlijk zou het zijn als we zouden leren op die manier met elkaar om te gaan: eerlijk, respectvol, rekening houdend met elkaars behoeften en verlangens, elkaar een vol leven gunnend.
Het duurde niet lang of ik botste op de grenzen van het haalbare van deze manier van communiceren. Deze manier vraagt immers bewustwording, tijd en oefening. Het vraagt een introspectieve houding: weten wat in jezelf leeft en welke behoefte onder je emotie ligt. En dan moet je jezelf nog gunnen om die behoefte uit te spreken. Dat kan kwetsbaar zijn. Daartoe moet je innerlijk jezelf het recht geven behoeftes te hebben, ze naar waarde te schatten, er voor op te komen. Dit vraagt een veilige omgeving. De bereidheid van de ander om ook die weg te gaan, helpt. Want alleen lukt dat niet, zeker niet in relaties waarvan gelijkwaardigheid aan de basis ligt.
Nu 40 jaar verder komt deze manier van communiceren en de waarden die eraan ten grondslag liggen, terug op mijn weg. Ik las onlangs het boek ‘Waarom wandelen als je ook kan dansen’ van Anne Van Stappen. Daaruit blijkt hoe heerlijk het is om je behoeften te vervullen door middel van wederzijds begrip en samenwerking in plaats van door rivaliteit en overheersing. Anne Van Stappen werkte het gedachtegoed van Marshall Rosenberg, de grondlegger van de verbindende communicatie, uit in een boeiende roman.
En ook het kleine boekje ‘Vrede kun je leren’ van David Van Reybroek en Thomas d’ Ansembourg, kwam op mijn weg.
Het lijkt of de tijd nu echt rijp is om de geweldloze of de verbindende communicatie in de samenleving te implementeren. David Van Reybrouck voert een pleidooi om deze manier van communiceren te integreren in opvoeding en onderwijs. Net zoals gymnastiekles pas een aantal decennia geleden werd ingevoerd, net zoals tandenpoetsen nog niet zo lang tot de dagelijkse gewoontes behoort, net zoals het dragen van een veiligheidsgordel een automatisme is geworden, zo ook kunnen we van jongs af aan leren communiceren op een weg die het begrip voor onszelf en voor de ander doet toenemen.
‘Ik leerde geweldloze communicatie kennen via Thomas (n.v.d.r.: de medeauteur). Het was voor mij werkelijk een openbaring. Ik was dertig en had er genoeg van om almaar beleefd voort te ploeteren. Toen heb ik geleerd mezelf een paar doodeenvoudige vragen te stellen: Wat voel ik als iemand op een bepaalde manier tegen me spreekt? Waarom ergert de taal van een bepaalde collega me? Waarom doen de e-mails van die vriendin me zo’n plezier? Me echt bewust worden van wat ik voelde was de eerste stap. Daarna heb ik mijn eigen behoeften leren kennen en overbrengen. Ook leerde ik aan anderen te vragen wat ze voelden en wilden. De ontdekking van mezelf ging voor mij samen met de ontdekking van de ander. Daaruit is al mijn werk voortgekomen’.
David Van Reybrouck. Uit: Vrede kan je leren
Het is een weg van lange adem naar de binnenkant van jezelf. En naar de binnenkant van de samenleving. Het is een weg naar vrede, naar innerlijke vrede en naar vrede op wereldschaal.
Ik ben blij dat waar geweldloze communicatie gedurende de voorbije decennia nog werd gezien als iets voor idealisten, of voor mensen die gevoelig waren en niet echt meedraaiden in de maatschappij, er nu zelfs een wetenschappelijke basis komt waaruit blijkt dat het om een vaardigheid gaat en een levensstijl waarvoor we ons dagelijks kunnen inzetten.
Het oefenen van de deze vaardigheden is iets waarmee we aan de slag gaan in de cursus ‘authenticiteit’, nu reeds 17 jaar. Maar we zijn ook blij dat de basiscursus geweldloze communicatie in ons aanbod is opgenomen. Maar ook het abdijweekend, de andere workshops en lezingen zijn erop gericht om dieper in verbinding te komen met jezelf, met de ander, met de kracht die ons bezielt.
2019 klopt aan de deur. La Verna gaat een bijzonder jaar in. Op 16 maart vieren we onze 15de verjaardag met een hartopenend optreden van Rebecca Stradiot. We nodigen jullie alvast uit op het feest.
Ik wens jullie een warme en vervullende kersttijd en een frisse start van het nieuwe jaar.
Kristin Vanschoubroek
Voorzitter vzw La Verna
Reacties zijn welkom op kristin@laverna.be