Beste vrienden van La Verna,
Zoals de meesten onder jullie via de nieuwsbrieven vernamen, gaan we het huis van La Verna loslaten. Hoe blij we ook waren met het huis, en hoezeer we er ook van houden, nu is de tijd daar om het los te laten.
Corona zorgde voor een financieel verlies: een huis huren zonder dat er activiteiten konden in doorgaan, is een aderlating. Toch is dit niet de enige reden. Er is ook het gegeven dat het huis als ontmoetingsplaats niet veel mensen aantrok. Het waren eerder de workshops die de mensen samenbrachten. Die kunnen, net als vroeger, ook op andere plaatsen doorgaan.
Er is ook het gegeven dat de hele werking moet gecoördineerd worden, en dat dit ook veel energie vraagt.
Nu corona ons heeft bezocht en ik tegelijk ouder word, merk ik dat mijn prioriteiten verschuiven. Ik verlang naar meer ruimte om te verstillen en om te mogen verdwalen in het leven, en niet langer gefocust van punt A naar punt B te gaan.
Vele mensen schreven ons naar aanleiding van deze beslissing. Velen schreven hoe moeilijk het loslaten van het huis voor mij moet zijn en hoe moedig de beslissing is. En ja, in zekere zin is dit waar: we hebben er veel van onszelf ingestoken, we hebben het tot een warme en mooie plek gemaakt. Het was zalig er te zijn. Het loslaten bracht verdriet mee. Toch woog dit verdriet niet op tegenover een andere kracht: het verlangen om eenvoudig te leven, en het besef dat de kracht van La Verna niet ligt in het huis, maar wel in de spirit.
We moeten ons niet langer vasthouden aan wat we opgebouwd hebben, maar openstaan voor de nieuwe tijd waar eenvoud en vrijheid belangrijker worden.
Het is een beweging die aansluit bij wat ik voel in deze coronatijd. We hebben nog zoveel los te laten, zowel individueel als maatschappelijk. Er beweegt veel. We leven in een soort tussentijd. Het verlangen naar het oude vertrouwde, naar het normale leven, leeft in ons. Tegelijk is er ook het verlangen om te weerstaan aan het ‘te veel’. Ikzelf voel, nu ik vertrouwd ben geworden met minder contacten en minder activiteiten, dat het goed is om niet alle hekkens open te gooien, maar goed te voelen wat passend is.
Er is ook het ‘weten’ dat we maatschappelijk op een keerpunt staan. Als we voortleven zoals we bezig waren, dan is er geen toekomst voor de planeet en dus ook voor ons, haar bewoners. Het economische neoliberale model met groei als heilige graal botst op zijn grenzen. Ook vanuit de wetenschap wordt aan de alarmbel getrokken. En ook spiritueel zijn we aan een herziening toe zijn. Het model dat aan de grondslag ligt van onze westerse samenleving is gericht op individueel geluk en niet op het geheel. Graag verwijs ik naar de tekst over ‘Ubuntu’ die duidelijk maakt hoe een wereldwijde verbondenheid ons als mens kan redden.
Ook de gezondheidszorg die in deze coronatijd de richting van het beleid bepaalde legt de zwakke punten van de samenleving bloot. De gezondheidszorg is eenzijdig gericht op de louter lichamelijke zorg, op de waarneembare materiële werkelijkheid. Artsen die verplicht zouden worden om te moeten kiezen aan wie ze zorg zouden geven, dat was het doembeeld. Ziekenhuizen mochten niet overspoeld worden. Het psychische leed dat er al was en dat nog werd versterkt door de maatregelen, werd als ondergeschikt opzij geschoven. In de geestelijke gezondheidszorg werden kinderen, jongeren en volwassenen zonder schroom maandenlang op een wachtlijst gezet. Er waren geen bedden voorhanden. Ook al riepen geestelijke gezondheidswerkers om meer aandacht voor het mentale welzijn, toch moeten ze blijvend omgaan met machteloosheid.
We hadden het voornemen om de inspiratiedagen aan dit thema te wijden: ‘Wat is welzijn? Wat is de goede balans tussen lichamelijk, mentaal en spiritueel welzijn’? Ik keek er naar uit deze dagen te organiseren. Toch hebben we beslist ze niet te laten doorgaan. Eind oktober moeten we het huis verlaten en daar willen we aandacht aan geven. Ik kies er niet meer voor om snel te moeten schakelen. Daarenboven leeft de stress van het voorbije jaar waarbij activiteiten werden georganiseerd die niet konden doorgaan, nog in mij. Ik wil mij nu wat sparen.
Ook al was het voorbije coronajaar in zekere zin een rustig jaar, toch was er innerlijk een grote bedrijvigheid. Mij verhouden tot corona en tot alles wat corona oproept, vind ik behoorlijk intens.
Er is was veel onduidelijkheid. Niet weten ook. En mist.
Als je in de mist zit kan je niet ver vooruit kijken. Dan neem je best elke dag zoals die komt, dicht bij jezelf blijvend. Dat was en is de oefening én de kans: leven in het NU: genieten van de wandeling, een gezonde maaltijd bereiden, deugd hebben aan een goed gesprek….maar even goed, afdalen in jezelf en opruimen wat er kan worden opgeruimd.
Misschien dat dit tijdschrift je ook hierbij helpt. Er zijn heel wat teksten geschreven vanuit passie, vanuit eerlijk leven. We hopen dat ze jou inspireren. Je zal ook zien dat er, nu we als samenleving, terug open gaan, heel wat activiteiten zijn gepland. Misschien laat je je erdoor aanspreken.
Je bent in ieder geval erg welkom!
Graag deel ik een tekstje dat ik schreef naar aanleiding van onze komende vakantie aan zee.
Ik hou ervan na te denken over de samenleving, mij daarover te bezinnen. Maar even vreugdevol is het om alles los te laten, het hoofd leeg te laten lopen, en te rusten en genieten in ‘zijn’. Zo blijf ik in balans.
De zomermaanden komen er weer aan. Wij nemen onze vakantie vaak aan zee, zo ook dit jaar. De Noordzee blijft ons boeien. Is het de afwisseling tussen eb en vloed, tussen het terugtrekken en het weer opkomen, dat ons herkenning van het leven geeft? Is het de smaak van het zout dat tegelijk verkwikt en afstoot? En zo onmisbaar is. Zijn het de golven die ons lichaam masseren, ons bloed doet stromen en ons terug levendig maken? Is het de kilte van het water die afschrikt en ook uitdaagt? Zijn het de zonsondergangen die ons, telkens opnieuw, verwonderen en ons in het NU brengen? Ze leiden ons naar het grensgebied, waar dag en nacht elkaar raken, elkaar zoenen, met een schittering die vaak diepe stralen en intense kleuren geeft. Zijn dat niet de momenten waarop we iets van onze ziel kunnen voelen, van het heimwee, van de hunkering, van het verlangen…?
De natuur en haar grootsheid brengen ons ook bij onze eigen kleinheid. Maar dit is geen kleinheid die ons minderwaardig maakt. Het is een kleinheid die ons nederig maakt en dienstbaar aan het grote geheel. Het is een kleinheid die met de erkenning van de eigen kwetsbaarheid te maken heeft.
Dit wens ik je van harte deze zomer: inspiratie, een ‘leeg hoofd’ en een genieten met al je zintuigen van het moois dat het leven, de natuur en de wereld je te bieden heeft.