Een abdijweekend betekent voor mij: reiken naar de lente en afsluiten van de winter.
Dit jaar vertrokken we met winterse toestanden, maar eenmaal ‘ingetreden’ werden we ontvangen in een warme thuishaven. Een oase van verbondenheid met alle deelnemers, in verbinding met de omringende omgeving. screen-shot-2018-08-01-at-13-10-19Vertrouwde en nieuwe gezichten in één warme openheid, en tegelijk de stille intimiteit van de abdij.
Weinig woorden zijn soms nodig om te weten wat er leeft. Met een gebaar uitdrukken wat je in essentie voelt, was een intense en serene oefening. Het contact met de natuur bood gelegenheid tot verkenning en verbreding van het weekend. Een inspirerende en indringende film gaf heel wat stof tot nadenken. De theemomentjes of voor de liefhebbers ‘de paterkes’ waren ook een aanleiding tot persoonlijke of luchthartiger momentjes.
De voeding die zo’n abdijweekend geeft, valt moeilijk te beschrijven. Ik kijk al uit naar de volgende ontmoeting in een abdij.

Anne

Voor mij was het voorbije abdijweekend een rustige, verrijkende en aangename belevenis met een aantal mooie ontmoetingen en prettige babbels. Een groepsgebeuren heeft altijd iets unieks, zeker bij La Verna.
De abdij zelf en het gebeuren in en rond de abdij zijn mij niet zo sterk bijgebleven, of beter: ik ervaar minder sterk de behoefte om in zulke omgeving te verblijven om meer tot mezelf te komen en op te gaan in de rust en de stilte. Ik denk dat dit ook te maken heeft met mijn persoonlijke ontwikkeling in de spirituele wereld. Ook al blijven abdijen de bakermat van onze cultuur, ik denk dat er ook op andere plaatsen en op andere manieren mogelijkheden zijn om persoonlijke stilte op te zoeken en te ontwikkelen naar onze diepere en goddelijke kant.
Hartelijk dank voor de inzet van velen. Steeds opnieuw wordt alles in goede banen geleid en elke keer is er een thema dat ons verrijkt en waarrond we elkaar kunnen ontmoeten.

Beatrice Hubené

Mijn ontmoeting met deze prachtsite bracht me in verwondering voor zoveel grootsheid in leegheid. De leegte van lange gangen, de immense lege luchtruimte in de kerk, de weidse plekken groen rondom de abdij… En dit tegen de achtergrond van strenge abten op donkere schilderijen, barokkerige engelen en lammetjes, een ijzeren poort tussen het altaar en het koor…
De abdij ademt een lang en ver verleden. Negen eeuwen staat ze er al. In brokken, verbrand, en terug opgebouwd. Het restaureren is continu aan de gang.
Pater Jos beweerde dat de abdij zeker nog negen eeuwen te gaan heeft. In deze vorm, begreep ik. Dus als een plek van gebed voor paters en broeders. Dat gelooft hij stellig. Er was immers een moment in de geschiedenis dat er maar zeven norbertijnen meer overbleven. Het waren allemaal zeventigers. Zeven zeventigers. Of waren het er maar zes meer? Na een brand waren ze her en der verspreid geraakt, maar ze kwamen terug samen op deze heilige plek en beslisten ermee door te gaan. Wat een geloof! “Het gaat zo met zijn tijden,” legde Jos uit. “Er waren tijden van schaarste en van overvloed. En het zal altijd zo zijn dat iemand komt aankloppen of aanbellen aan de poort met de vraag: mag ik hier leven?” Ik zag het zo gebeuren, als een scène uit een film.
Zijn zelfzekerheid raakte me. Zelf ben ik niet zo overtuigd. De kerk sterft af. Ze zal afstand moeten doen van haar institutioneel verleden om opnieuw te leven. Dat is mijn mening. Ook een gemeenschap van enkel celibataire mannen lijkt me niet meer van deze tijd.
Ik opperde: “Kunnen gezinnen en alleenstaanden niet aanleunen en mee gemeenschap vormen met jullie?” “Dat gebeurde al op verschillende plaatsen,” vertelde Jos, “maar telkens mislukte het, hoeveel goede wil er ook was.”
Bij nader inzien is het inderdaad geen goed idee om ‘nieuwe wijn in oude zakken te doen’ (een uitdrukking die ik oppikte uit een gesprek met Kristin). Nieuwe kerkvormen zullen helemaal van nul moeten beginnen, los van het instituut. “De kerk zal uit haar as moeten herrijzen,” hoorde ik Luc Hessel (kapucijn en stichter van ‘De Harp’ in Izegem) eens zeggen. Ik treed hem bij.
De Geest van bewustzijn, inspiratie, verbondenheid waait verder… Een Geest die zichtbaar wordt, nu al, in levende, bezielde gemeenschappen: mannen, vrouwen, gehuwden, ongehuwden, samengestelde en enkelvoudige gezinnen, mensen van diverse gendersoorten, van verschillende godsdiensten (?), met of zonder migratieachtergrond, kleine en grote mensen, … Nu ben ik een beetje aan het dromen, maar ze zijn er al: mensen die zoekend samenkomen rond de essentie, rond wat er toe doet in dit broze, gegeven bestaan. Net zoals de paters in deze abdij. Maar anders.

Brigitte Puissant